Voor de zesde keer verscheen begin februari de landelijke Lokale Energiemonitor van organisatie Hier Opgewerkt en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. En er is goed nieuws te melden: de lokale energiecoöperaties zitten nog steeds in de lift. De groei blijft doorzetten, zowel in het aantal coöperaties, het vermogen dat de coöperaties opwekken met zon en (steeds meer) wind, en en aantal burgers dat in de coöperaties participeert.

In 85 procent van de Nederlandse gemeenten is inmiddels een energiecoöperatie actief. In totaal hebben 623 coöperaties 97.000 leden. Die leden werken samen om zonnedaken, zonneparken of windmolens te realiseren. De coöperaties vervullen hiernaast ook steeds meer andere taken. Ze geven energiebesparingsadviezen of bereiden van-het-gas-af projecten voor als collectieve warmte-installaties. De coöperaties organiseren zich plaatselijk, regionaal of landelijk en zitten aan de beleidstafel om mee te praten.

Zonnecentrale Trynwâlden

Zon
Zeventig procent van de coöperaties werkt net als Amsterdam Energie aan zonprojecten. Wij hebben onze ZonStations: in heel Nederland zijn dat er 761, naast 50 zonnevelden op de grond en 3 coöperatieve zon-op-water installaties. Die leveren gezamenlijk 166,3 Mw zonvermogen op. In 2020 zijn de zonprojecten wederom toegenomen, maar minder snel dan vroeger. Dat heeft te maken met de onzekerheden die er lang speelden, o.a. in verband met de nieuwe postcoderegeling. Ook Corona speelde natuurlijk een rol – de coöperaties konden veel moeilijker de boer op om klanten te werven dan in andere jaren. Hier hadden wij zelf ook mee te kampen.
Gemeenten hebben op hun beurt de afgelopen jaren een duidelijker beeld gekregen hoe zij de taken van een coöperatie graag ingevuld zien. Heel belangrijk hierbij is het lokale aspect: dat veel van hun bewoners kunnen participeren in een lokaal project en er voordeel van hebben, is voor veel overheden cruciaal. Voor zonneparken op land of water is duidelijker regelgeving geformuleerd.

En hoe zit het met wind?
19 Procent van de coöperaties is betrokken bij windprojecten. Samen hebben de coöperatieve windmolens in 2020 een vermogen van 229,9 MW. Deze leverden in 2020 gezamenlijk 73 miljoen kWh op, wat genoeg is voor het stroomverbruik van 240.000 huishoudens. De coöperaties zijn nu verantwoordelijk voor 5,9 procent van het totaal aantal windmolens. Hier komen de komende tijd nieuwe molens bij, die 92,5 MW gaan produceren.
Windparken in coöperatief beheer verschillen van andere eigenaren door de participatie en de gedeelde opbrengsten. Voorbeeld is Heibloem, een windpark in Limburg. Vrijwel alle aspecten van participatief coöperatief ontwikkelen komen hier samen: een actieve gemeente die al vroeg voorwaarden stelt aan participatie van de omgeving, een coöperatie die
vanaf het begin mee ontwikkelt, mee investeert en risico draagt, een constructieve samenwerking met ontwikkelaars én actieve betrokkenheid van bewoners en bedrijven uit de omgeving bij het hele ontwikkelingsproces. Bewoners investeren mee via de coöperatie, nemen lokale groene stroom af en profiteren van het omgevingsfonds. Bij Windpark Heibloem duurde het vier jaar om van idee tot realisatie te komen: een uitzonderlijk korte periode en een unicum in de windsector.

Verschillen tussen coöperaties
De coöperaties zijn onderling overigens heel verschillend. Sommige coöperaties beslaan een klein gebied, zoals het dak van één Vereniging van Eigenaren, of één dorpskern. Andere coöperaties omvatten juist een immense afstand: ValleiEnergie bijvoorbeeld is actief in twee provincies en 9 gemeenten. En het hele eiland Goeree-Overflakkee in Zeeland is het werkterrein van één coöperatie. Eenheid in een enorme verscheidenheid dus, concluderen de samenstellers van het rapport.

In vergelijking met de collega-coöperaties doet Amsterdam Energie het lang niet slecht. In het rapport wordt de ledengroei expliciet benoemd. Met de nieuw gelegde zonnepanelen met de postcoderoosregeling op de daken van de Marcantilaan in 2020 – circa 400 stuks tot zover – bevindt de organisatie zich in de middenmoot. Coöperatie Opgewekt Rijssen heeft met het zonnedak Voortman Staal nog steeds het grootste postcoderoos-zonnedak van Nederland, met 3000 panelen. Die liggen er overigens nog niet allemaal.

Het grootste collectieve zonnedak van een coöperatie is te vinden in Gytsjerk, Tytsjerksteradiel, Friesland en is gerealiseerd door coöperatie Trynergie. Het zonnedak ‘Zonnecentrale Trynwâlden’ bestaat uit bijna 4.000 zonnepanelen (1,1 MWp) en is geplaatst op het dak van een agrarisch bedrijf.

Meer lezen? De Lokale Energiemonitor 2020 is hier te vinden.